Spraak heeft te maken met het besturen van de spieren voor het spreken en met de uitspraak van verschillende klanken. Problemen ontstaan wanneer iemand slecht of niet verstaanbaar is voor de omgeving. Spraakstoornissen komen zowel bij kinderen als volwassenen voor.

Spraakstoornissen bij kinderen: een veel voorkomend probleem bij kinderen is een vertraagde of verlate spraakontwikkeling. De kinderen zijn dan slecht voor de omgeving te verstaan. Een oorzaak hiervoor zou een verminderd gehoor kunnen zijn. Vaak komt dit doordat er vocht achter het trommelvlies zit. Verminderd gehoor zorgt ervoor dat klanken op elkaar lijken waardoor het kind geen onderscheid kan maken tussen verschillende spraakklanken. Er zijn ook andere problemen die spraakstoornissen veroorzaken, bijvoorbeeld algehele ontwikkelingsachterstand of afwijkende mondgewoonten.

Spraakstoornissen bij volwassenen: Bij volwassenen ontstaan de spraakstoornissen over het algemeen door een neurologische stoornis. Een voorbeeld hiervan is dysarthrie. Dit kan komen door een herseninfarct (CVA), ziekte van Parkinson, MS en ALS. De aard van de dysarthrie wordt bepaald door de onderliggende oorzaak. Bij een spraakstoonis ten gevolge van een beroerte is er vaak nog (enig) herstel mogelijk, maar bij een stoornis ten gevolge van een neurologische aandoening is echt herstel niet mogelijk. Waar wel naar gestreefd kan worden is het behoud van de overgebleven spraak. Mocht het nodig zijn dan zal er in overleg naar hulpmiddelen voor het spreken en of slikken worden gezocht.

Een veel voorkomende spraakstoornis is stotteren. De spraakbeweging verloopt dan niet vloeiend waardoor klanken, lettergrepen of woorden worden herhaald of verlengd. Soms wordt er veel spanning opgebouwd voordat ze er worden uitgeperst. Daarnaast kunnen er begeleidende symptomen voorkomen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: meebewegingen in het gezicht of van lichaamsdelen, verstoringen van de ademing, transpireren en spanningen. Ook zijn er verborgen symptomen. Voorbeelden hiervan zijn: vermijden van situaties, vermijden van bepaalde woorden of klanken, gebrek aan zelfvertrouwen en angst om te spreken. Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren.

Stotteren begint meestal bij kinderen tussen de twee en zeven jaar, maar het kan zich ook op latere leeftijd ontwikkelen (bijvoorbeeld in de puberteit). Bij een grote groep kinderen gaat stotteren vanzelf over, maar bij sommige kinderen is behandeling door een logopedist of stottertherapeut nodig. Snel starten met de therapie verhoogt de kans op herstel.

  • Stemstoornissen

    Het ontstaan van een stemstoornis is doorgaans het resultaat van een lang proces waarbij verschillende factoren invloed uitoefenen. De meest

    LEES MEER
  • Spraakstoornissen

    Spraak heeft te maken met het besturen van de spieren voor het spreken en met de uitspraak van verschillende klanken.

    LEES MEER
  • Taalproblemen

    We kunnen bij taalproblemen een onderscheidt maken tussen taalproblemen bij kinderen en taalproblemen bij volwassenen. Hieronder worden beide typen beschreven.

    LEES MEER
  • Gehoorstoornissen

    Gehoor is een belangrijk element in het proces van communiceren. Bij gehoorstoornissen kun je denken aan slechthorendheid, doofheid en auditieve

    LEES MEER
  • Afwijkende mondgewoonte

    Afwijkende mondgewoonten zijn gewoontehandelingen of bewegingen die negatief zijn voor de gebitsstand, het spreken, het gehoor en de gezondheid. Habitueel

    LEES MEER