We kunnen bij taalproblemen een onderscheidt maken tussen taalproblemen bij kinderen en taalproblemen bij volwassenen. Hieronder worden beide typen beschreven.
Taalproblemen bij kinderen: wanneer een kind, in de taalontwikkeling, achterblijft in vergelijking met leeftijdsgenoten spreken wij van een vertraagde taalontwikkeling. De achterstand kan zijn in de taalproductie (het kind spreekt nog) niet, opvallend minder of in onvolledige, kromme zinnen. Het kind kan ook een achterstand hebben in het taalbegrip. Dan begrijpt het kind niet goed wat er gezegd wordt. Een vertraagde taalontwikkeling kan samenhangen met andere stoornissen zoals slechthorendheid of een algehele taalachterstand. Het komt ook voor dat een kind slecht spreekt zonder dat er een duidelijke oorzaak gevonden wordt. Een vertraagde taalontwikkeling kan problemen geven. Het kind kan door de omgeving soms niet goed begrepen worden en het kan zich niet goed uiten.
Taalproblemen bij volwassenen: taalproblemen bij volwassenen komt doorgaans door een hersenbeschadiging, meestal ten gevolge van een herseninfarct (CVA), hersentumor, een ongeval of een andere aandoening in de hersenen. Dit heet afasie. Afasie is een taalstoornis die ontstaat door hersenletsel in de linker hersenhelft. Verbetering van de taalproblemen treden op in de eerste drie tot zes maanden.